Basisonderwijs: Fit4thefuture?? (deel 1)

Het basisonderwijs is zeker in ontwikkeling en ja, er wordt gewerkt aan het bijstellen van het curriculum. Echter: in welke richting en met welke snelheid gebeurd dat? Is er een visie of plan? Of werkt elke school (weer) voor zichzelf? Ook ons prachtige vrije onderwijssysteem zou baat kunnen hebben bij een vleugje inspiratie. Vandaar deze blog. Gebaseerd op ideeën van Peter Diamandis en zijn whitepaper. Dat kun je hier downloaden.

Wat is er aan de hand?

De basisscholen worden momenteel afgerekend op een verscheidenheid aan problemen, maar dit zijn enkele van de meest vervelende:

  1. Vervolgonderwijs. Het traditionele onderwijssysteem adviseert, zeg maar gerust: bepaald, naar welk vervolgonderwijs een leerling gaat. Dat is gebaseerd op toetsen zoals de Cito-toets, maar ook op het opleidingsniveau van de ouders en de indruk van de leerkracht. Elke score die lager is dan het ‘gemiddelde’ betekent een doorverwijzingskans naar een lagere soort vervolgonderwijs.
  2. Onderwijs voor de gemiddelde leerling. De meeste klassen hebben een leraar voor klas die zich richt op de ‘gemiddelde’ leerling in de klas. Dat betekent strikt genomen dat de helft zich dus verveeld en dat de andere helft het niet kan volgen. Het model van ‘klassikale lessen’ door een leerkracht die zich richt op het gemiddelde is inmiddels achterhaald.
  3. Relevantie. Als ik terugdenk aan de basis- en middelbare school, besef ik hoeveel van wat ik leerde nooit echt nuttig was op latere leeftijd, en hoeveel van mijn kritische lessen voor succes ik noodgedwongen zelf moest oppikken. De lesstof sluit dan ook niet goed aan op wat je nodig hebt in het ‘echte leven’.
  4. Geen plaats voor verbeelding. Het onderwijs richt zich op het realiseren van vooraf vastgestelde doelen. Alleen het vooraf bepaalde antwoord is ‘goed’. Dat is vergelijkbaar met het stimuleren van tekenen met behulp van kleurplaten waarop je alleen binnen de lijntjes mag kleuren. De originaliteit en creativiteit van leerlingen wordt ontkent i.p.v. gestimuleerd. Er is geen tijd om af te wijken van het lesplan, ook geen ruimte voor gekke of inspirerende ideeën. Hoe kun je dan de fantasie van leerlingen stimuleren?
  5. Saaiheid en verveling. Leren op school is verworden tot een opdracht, is voor de meeste leerlingen saai en zonder betrokkenheid of emotie. De belangrijkste motivatie van menselijke leren, nl. passie, ontbreekt. De kinderen wordt geleerd te ‘luisteren’, ‘stil te zijn’, passief in de klas te zitten en feiten en cijfers te reproduceren. Ze vervelen zich en krijgen een hekel aan leren. Het systeem creëert zijn eigen dropouts.

Het moet dus anders. Maar wat kun je daarvoor in plaats stellen? En vooral: hoedan?

De volgende vijf basisprincipes zouden leidend moeten zijn voor onderwijs op basisscholen zodat ze weer fit zijn voor de toekomst: fit4thefuture!

  1. Passie. Je staat er versteld van hoeveel mensen géén doel of missie voor zichzelf in gedachten hebben. Slechts weinigen hebben iets van een roeping of uitdaging waarvoor ze elke ochtend uit bed komen. Terwijl juist het meest inspirerende hierbij een ware passie is! Het creëren van een onderwijssysteem gericht op gepassioneerde kinderen is essentieel voor de toekomst. Kinderen van 5 of 6 jaar oud zouden we moeten ondersteunen bij het vinden van hun passie of doel. Ze zouden iets moten leren kennen wat uniek is, waar ze zich in kunnen ontwikkelen en uiten en wat ze een reden geeft om verder te gaan. Op dezelfde wijze als een ruimtevaart-missie of vroeger ‘Star Trek’ mijn fantasie prikkelde en ideeën tot ontwikkeling bracht over wat er allemaal mogelijk zou moeten zijn. Dat leidde uiteindelijk tot een passie voor verder leren.
  2. Nieuwsgierigheid. Nieuwsgierigheid is aangeboren bij kinderen, maar de meeste volwassenen hebben het helaas in de loop van hun leven verloren. Jammer is dat wel. Zeker in de wereld van nu met nieuwe technologieën, robots en kunstmatige intelligentie is nieuwsgierigheid een eerste levensbehoefte. Het opvoeden van kinderen op een wijze die juist hun nieuwsgierigheid stimuleert, die het voortdurend stellen van vragen en het uitvoeren van ‘wat-als’ experimenten bevorderd zou juist als iets heel waardevols moeten gelden. In een tijd van machine-learning, big data als een enorme bron van gegevens en een wereld vol met biljoenen sensoren zou juist de kwaliteit van hun vragen het belangrijkst moeten zijn.
  3. Verbeelding. Ondernemers en visionairs maken een voorstelling van de wereld (en van de toekomst) waarin ze willen leven. Kinderen doen dat ook en zijn van nature creatief en gericht op dit soort verbeelding. Het is van cruciaal belang dat zij beseffen hoe belangrijk en bevrijdend fantasie en verbeelding zijn.
  4. Kritisch denken. In een wereld vol met vaak tegenstrijdige ideeën, ongegronde claims, misleidende krantenkoppen, negatief nieuws en verkeerde informatie, helpt het leren van de vaardigheid ‘kritisch denken’ om het juiste signaal tussen alle ruis te vinden. Dit principe is misschien het moeilijkst om kinderen te onderwijzen. De vraag ‘is dat wel zo?’ is daarbij zeer belangrijk.
  5. Mogelijkheden en geloof. Mogelijkheden en geloof, ook wel als ‘grit’ gedefinieerd, is belangrijk om met passie en doorzettingsvermogen doelstellingen na te streven op lange(re) termijn. Doorzettingsvermogen komt niet als vanzelf maar moet worden aangeleerd en gestimuleerd. Leer kinderen om niet op te geven. Leer ze om te blijven proberen en opnieuw aan de slag te gaan met nieuwe ideeën, gericht op iets waarvoor ze echt gepassioneerd zijn. Het moet een mate van koppigheid worden.

Hoe zou het onderwijs er uit kunnen zien, gebaseerd op deze vijf basisprincipes?

Dat en meer in de volgende blog en uiteraard in het bronpaper van Peter Diamandis.

 


Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *