In mijn vorige blog ‘Nieuwe beroepen, Yeah!’, gaf ik enkele voorbeelden van nieuwe beroepen. De eerste toepassing van een van de genoemde beroepen is inmiddels gesignaleerd: AI-trainer. Nooit zo snel een vervolg of toepassing gezien als nu. Zou ook dat via de ‘Wet van Moore’ verlopen??
Maar goed. In het AD van zaterdag 2 aug’17 stond het volgende bericht:
IBM’s beroemde Watson gaat Nederlandse werklozen helpen
Watson, de befaamde zelflerende supercomputer van IBM, gaat in Nederland aan de slag. Uitzendbureau Timing zet hem in om laagopgeleide werknemers aan een baan te helpen. ….
…. Het is voor het eerst dat Watson in het Nederlands gaat chatten, het intelligente platform is hiervoor speciaal onze taal aangeleerd door IBM. ,,Uitzendkrachten kunnen al hun vragen stellen en ontvangen een op hen persoonlijk toegesneden antwoord,” zegt Hakse. ,,Dat doet Watson door verbanden te leggen tussen alle ontvangen data en dat bovendien steeds slimmer te doen.”
Het volledige bericht lees je hier: http://www.ad.nl/economie/supercomputer-gaat-nederlandse-werklozen-helpen~a4f4df0f/
Waarmee ik maar wil zeggen dat de gesignaleerde nieuwe beroepen inmiddels ook werkelijkheid beginnen te worden. En dat de aansluiting op de vraag van de arbeidsmarkt hier kennelijk is gelukt! Ook voor de andere genoemde nieuwe beroepen komt zeker voldoende werkgelegenheid is mijn stellige verwachting. Dus: ff opnieuw lezen die vorige blog 😉.
Arbeidsmarkt en onderwijs?!
Dit alles in tegenstelling tot geluiden in de media over ‘pretstudies’ en de altijd en eeuwige discussie over de aansluiting onderwijs <=> arbeidsmarkt. Want wat zijn de over-en-weer geluiden als regel?
Het bedrijfsleven, de arbeidsmarkt dus, roept geregeld als het hun zo uitkomt om vakmensen. Nu zeker: de groei van de economie wordt zelfs belemmerd door het gebrek aan goed opgeleide vakmensen, is het signaal. Wat ‘het bedrijfsleven’ eigenlijk wil, en ik generaliseer daarbij wel stevig, zijn pasklaar opgeleide jonge vakmensen, goed gemotiveerd om aan de slag te gaan in HUN bedrijf en graag tegen een minimum (jeugd)loon op basis van een tijdelijk- of flexcontract. O ja, en zo’n jong vakmens moet dat ook wel graag voldoende ‘ervaring’ hebben opgedaan. Verder opleiden doen we liever niet: da’s duur en stel dat het vakmens in kwestie vervolgens naar een conculega gaat ….. Alle argumenten hieraan gekoppeld heb ik jarenlang voorbij zien komen. En laat ik direct erbij zeggen: er zijn ook hele goede voorbeelden van bedrijven die het prima doen, die wil ik zeker niet onvermeld laten. Kom ik zo op terug.
Het beroepsonderwijs, met name VMBO en MBO, stelt daar het volgende tegenover: wij zouden graag willen weten wat het bedrijfsleven nodig heeft, maar we horen van jullie dan weer dit en dan weer dat. Als we veel mensen voor de bouw opleiden komt er een economische crisis en kunnen we onze leerlingen aan de straatstenen niet kwijt, terwijl wij wel voor de opleidingskosten opdraaien. Idem voor de andere beroepsrichtingen: het is altijd hollen of stilstaan met die vraag en daar kunnen wij niks mee. We kunnen nou eenmaal geen blik vakmensen opentrekken als ‘het bedrijfsleven’ ze nodig heeft! Het kost een aantal jaren om vakmensen op te leiden en het bedrijfsleven kan maar géén betrouwbare gegevens aanleveren over de kwaliteit (zeg maar het niveau) en de kwantiteit (het aantal) vakmensen dat men nodig heeft. Nog afgezien van het ontbreken van de toezegging dat er voldoende stageplaatsen of opleidingsplekken zijn, graag met een baangarantie. Pas dan kunnen wij goed anticiperen. En bytheway: wij moeten ook nog opleiden voor doorstroming en burgerschap, dus we zijn al erg druk!
Bij de scholen kan daar ook nog wat argumentatie bijkomen zoals zeggenschap (elk schoolbestuur is autonoom), geld (sommige opleidingen zijn erg duur) en deskundigheid mensen met voldoende goede apparatuur/machines en een goed salaris. Over deze zin kun je overigens best een oeverloze discussie met elkaar voeren, maar dat doe ik hier nu liever niet…
Terug naar het aansluitingsvraagstuk.
Door zo te wijzen naar elkaar kom je er als bedrijfsleven en onderwijs natuurlijk NOOIT.
Wat dan wel?
Wat dacht je van de simpele formule: SAMENWERKEN? Daarbij wil ik niet verwijzen naar het hogere maatschappelijk belang van het onderwijs en zo, nee gewoon heel praktisch.
Tips voor scholen:
- Haal de vraag op bij je klanten: het bedrijfsleven in de directe omgeving van je school. Ga daar periodiek, minstens één keer per jaar naar toe en VRAAG hoe het gaat en wat de verwachtingen zijn op gebied van ontwikkelingen van het vakmanschap. Vraag hoe je ze daarbij zou kunnen helpen;
- Bespreek die vraag met de betrokken docenten van je school en bedenk hoe je die voor het komende jaar kunt aanpakken. Dus: wat heb je nodig? Behalve leerlingen al gauw actuele deskundigheid, machines en outillage en TIJD;
- Ga met een voorstel naar de betrokken bedrijven en vraag hun medewerking! Heb je docenten nodig: vraag hun beste vakmensen, voor een bepaalde tijd zoals bijvoorbeeld een dag in de week voor enkele weken of enkele blokperiodes van steeds een paar dagen of een week. Zoiets dus;
- Vraag oefentijd voor de opleiding in het bedrijf aan hun machines, met een instructeur/vakmens van het bedrijf erbij;
- Maak een simpel opleidingsplan en stel een examen op (maak het of koop het in);
- Zorg voor één aanspreekpunt per bedrijf, met naam en toenaam en een ’06-‘ nummer dat ALTIJD bereikbaar is voor het bedrijf. Dus ook in de vakanties, in het weekend en ’s avonds.
Tips voor bedrijven:
- Ondernemer en/of P&O-er: besteedt méér tijd aan je vakmensen, zowel de bestaande als de nieuwe vakmensen. Bedenk: zonder klanten geen bedrijf, zonder vakmensen geen product! Ergo: maak een expliciet plan voor en MET je mensen: PRAAT MET ZE! Over de toekomst van je bedrijf (ze kunnen geen gedachten lezen!) en over hun plaats en mogelijkheden daarin;
- Waardeer je vakmensen, zowel in woorden als in gedrag als ook in geld. Ook hier geldt: praat meer! Waardering spreek je uit, liefst in het openbaar. Dat kan zich vertalen in meer zelfstandigheid, wat weer leidt tot meer betrokkenheid (wil je toch?!) en tot voorbeeldgedrag;
- Weg met de dooddoener: ‘opleiden is duur!’. Weet je wat het kost als je ze niet opleidt en de blijven?
- Maak tijd vrij voor structureel overleg met de scholen in je omgeving, zowel met het VMBO als ook met de ROC’s en HogeScholen in je omgeving. Zoek daar een vast aanspreekpunt en gebruik dat voor overleg: hoeveel stagiaires zou je willen en wanneer? Welke stage- en/of opleidingsplaatsen heb je beschikbaar?
- Stel je beste vakmensen beschikbaar voor opleidingen en trainingen. Niet de mensen die je ‘kunt missen’, nee, je BESTE VAKMENSEN. Alleen die kunnen zorgen dat je nieuwe aanwas krijgt die je wenst. Alleen zij geven het goede voorbeeld en zijn voldoende deskundig en gemotiveerd;
- Maak samen met de scholen een bedrijfsopleidingsplan en voer dat ook stringent uit! Wat je zegt moet je doen.
- Geef zelf het goede voorbeeld. Een voorbeeld werkt beter dan een voorschrift. Dus: naar school, naar de cursus, zet je in als trainer, docent etc.
Kan en mag dat dan wel?
Er is geen enkele wet die onderwijs en bedrijfsleven belemmerd om deze vorm van samenwerking te zoeken. Sterker nog: enkele voorbeelden van deze werkwijze zijn gelukkig al te vinden en die zijn erg succesvol. Nut, noodzaak en plezier in opleiden gaan daar samen met een prima resultaat! Voor kleine(re) bedrijven is daarbij vaak een vorm van een samenwerkingsverband beschikbaar (en ook wel erg handig) zoals een scholingspool of een regionaal praktijkopleidingscentrum een mooie intermediair. Maar ook daarbij geldt: de bedrijven zelf moeten actief zijn en blijven. Elk jaar opnieuw, steeds maar weer. En da’s leuk: leren is leuk, resultaten boeken ook en doorgroeien tot een steeds beter vakmens met passie voor het vak geeft veel voldoening en plezier in je werk.