Om direct maar met de deur in huis te vallen: ja, er is een klimaatprobleem. En een groot probleem ook: de aarde warmt véél te snel op en dat kunnen we niet hebben. Waar dat door komt? Is eigenlijk niet zó interessant en eigenlijk weten we het ook niet precies. Dat de mens daar een aandeel in heeft lijkt wel erg voor de hand te liggen, maar ook andere oorzaken moeten we niet uitsluiten. Denk aan zonne-erupties, baan van de aarde etc. etc.
Belangrijke constatering is: de.aarde.warmt.te.snel.op !!
Onze aandacht zou dan ook volledig gericht moeten zijn op het terugdringen, zo mogelijk stoppen, van deze opwarming. We moeten naar schone energie, da’s méér dan alleen maar duurzaam!
Doel duidelijk: terugdringen opwarming!
Maar: Hoe Dan??
De hamvraag is ‘hoe dan?’ en dat is zéér relevant! Hierbij moet helaas geconstateerd worden dat de aanpak die van verschillende kanten wordt voorgesteld soms erg verrassend is en soms het doel uit het oog dreigt te verliezen. Opvallend is dat nu gekozen wordt voor kleinschaligheid. Huizen en kantoren klimaatneutraal maken met warmtepompen en aardwarmte is big business aan het worden, evenals biomassa. Verder uiteraard windmolens ‘all over the place’ en zonne-paneel-velden i.p.v. landbouwgrond. Ook het over ons uitgestorte klimaatakkoord blijft volhouden dat de energietransitie haalbaar en betaalbaar is met energie uit allerlei kriskras verspreide puntbronnetjes te land, ter zee, op daken, of uit de grond.
Alsof je een uitslaande brand kunt blussen met emmertjes water.
Maar wat creëer je nu eigenlijk met een beleid waarmee de markt vrij baan heeft om een goed functionerend, centraal elektriciteitsnet te vervangen door een kwetsbaar, decentraal, alsmaar fluctuerend puntbronnetjesnet dat afhankelijk is van weer en wind? En wat is de waarde van al die lokale, kleinschalige groene warmtenetten waardoor ons aardgasnet er straks ongebruikt bij ligt, terwijl het nog uitstekend kan worden gebruikt voor het transport van centraal geproduceerd waterstof?
Je kunt er rekenmodellen onderzetten en gewoonweg becijferen dat het met deze aanpak dus niet gaat lukken.
De groene doelstellingen worden niet gehaald!
En het niet behalen van deze doelstellingen is grotendeels te wijten aan de krampachtige discussie die hierover wordt gevoerd door degene die zeggen zéér begaan te zijn met klimaat, milieu, planeet etc. Door de ‘andere kant’, lees: ‘klimaatsceptici’ ook wel klimaatdrammers of ‘klimaat gekkies’ genoemd. Omgekeerd noemen de klimaatdrammers de andere kant ‘klimaatontkenners’. Over en weer eerder framing dan discussie. Met deze framing doe ik niet mee: al deze mensen zijn voor mij vooral zéér betrokken mensen die absoluut het beste voor hebben met het klimaat en milieu en daarvan op een krachtige wijze proberen anderen te overtuigen.
Dat is ook waar het wellicht mis gaat.
De aanpak heeft veel weg van een overtuiging voor een klimaatreligie i.p.v. een goed gefundeerde, beargumenteerde discussie over welke aanpak leidt tot welk resultaat. Ja, men zegt wel dat de voorstellen wetenschappelijk zijn onderbouwd, maar dat heeft eerder betrekking op de analyse van de opwarming dan op de onderbouwing van een resultaatgerichte aanpak voor oplossingen. Anderzijds: de wetenschappelijke onderbouwingen over en weer zijn ook niet in alle gevallen overtuigend. Het vervuild in ieder geval de discussie. Een paar opmerkingen hierover.
Klimaatdiscussie: wetenschap of religie?
In zijn boek ‘Homo Deus’ geeft Yuval Noach Harari kenmerken van een religie en van wetenschap:
P208: In theorie zijn wetenschap en religie allebei vooral geïnteresseerd in de waarheid, en omdat ze elk een andere waarheid hebben, kunnen ze alleen maar botsen. Maar in wezen geven wetenschap en religie allebei niet bijster veel om de waarheid en daardoor kunnen ze makkelijk compromissen sluiten, co-existeren en zelfs samenwerken.
Religie is bovenal geïnteresseerd in orde en wil sociale structuren creëren en handhaven.
Wetenschap is bovenal geïnteresseerd in macht en wil d.m.v. onderzoek de macht verwerven om ziekten te genezen, oorlogen te voeren en voedsel te produceren.
Zowel wetenschap als religie geven beiden meer om orde en macht dan om waarheid.
Zo, daar zijn we ook weer klaar mee, zou je kunnen zeggen. Kijk zelf welke kenmerken op welk deel van de discussie betrekkingen hebben.
Verder geeft Harari aan dat:
P191: Religie een allesomvattend verhaal is dat menselijke wetten, waarden en normen een bovenmenselijke legitimiteit verschaft. Religieuze verhalen bevatten drie componenten: (1) Ethische oordelen, zoals ‘menselijk leven is heilig’, (2) Feitelijke beweringen, zoals ‘menselijk leven begint direct na de verwekking’ en (3) en een mengeling van ethische oordelen en feitelijke beweringen, die resulteert in praktische richtlijnen als: ‘je mag nooit abortus plegen, zelfs niet één dag na de verwekking’.
Wetenschap heeft niet het vermogen om de ethische oordelen van religie te weerleggen of te bevestigen. Wetenschap kan wel iets zeggen over de religieuze feiten, zoals: ‘hebben foetussen een week nadat ze verwekt zijn al een zenuwstelsel? Kunnen ze pijn voelen?
Vervolgens is het aan ons om op basis van deze informatie keuzen te maken.
Ook nog een opmerking over economische groei, iets waarover als regel beide groeperingen verschil van inzicht hebben. Harari zegt daarover het volgende:
P216: economische groei. Van oudsher hebben de mensen geleerd de wereld te zien als een statische taart: als iemand een groter stuk krijgt, krijgt een ander automatisch een kleiner stuk. Religie en politiek zochten manieren om problemen op te lossen door de bestaande taart anders te verdelen of door de mensheid een eeuwig taartfestijn in de hemel voor te spiegelen.
Problemen als hongersnood, epidemieën en oorlogen kunnen alleen worden opgelost d.m.v. groei. Economische groei is het onmisbare raakpunt geworden waar bijna alle religies, ideologieën en bewegingen samenkomen.
Met deze inzichten keer ik terug naar de hoofdvraag: hoe gaan we de opwarming van de aarde terugdringen of, liever nog, stoppen en terugdraaien?
Mijn keuze hiervoor is: Met een centrale aanpak en met kernenergie!
De energietransitie vraagt om voorspelbaarheid, standvastigheid en een geloofwaardige weg voorwaarts tot het einde van de eeuw. Een centrale aanpak is nodig. Energievoorziening is een nutsvoorziening die vraagt om sturing door de overheid. De decentralisering hiervan naar regio’s en gemeenten is zowel onzinnig als onhaalbaar. Onzinnig omdat echt structurele maatregelen op tenminste de schaal van het gehele land moeten worden genomen en onhaalbaar omdat geen enkele gemeente of regio in staat is om in de eigen energie-behoefte te voorzien. Onhaalbaar omdat realisatie hiervan overlaten aan de markt geen perspectief biedt: geen enkele financier gaat hier geld in steken!
Daarom moet de overheid zelf eigenaar worden van die transitie, in plaats van het naar de markt te blijven schuiven. Doorgewinterde energie-experts zouden de energietransitie opnieuw moeten uitvinden op een manier die echt impact heeft. Het groene-energiedoel kan meteen worden vervangen door een ambitieuzer en realistischer schone-energiedoel. Diezelfde experts zouden ook moeten onderzoeken of de privatisering van de energiemarkt wel zo’n goed idee was, juist nu ons hele energiesysteem fossielvrij moet worden gemaakt. Misschien kan de energietransitie onder gezag worden geplaatst van een nieuw op te richten nutsbedrijf. Wat de kosten betreft: de overheid kan sowieso goedkoper geld lenen dan de markt.
Klimaatsceptici houden evenveel van onze planeet als klimaatdrammers.
Maar steeds meer mensen voelen aan dat het groene businessmodel opbrengsten privatiseert, lasten socialiseert, en van energie een luxeproduct maakt. Daarom zeg ik: verlaat de groene puntbronnetjesjungle, en creëer weer een begaanbaar pad voor kernenergie. Ik denk dat onze energietransitie met tien kerncentrales, en energiebesparing, is gefikst.
Neem China als voorbeeld: daar lukt dit in één jaar!!
6 september 2019